afwerken kleiwerkstuk

in bewerking

 

vóór het maken

Verzamel afbeeldingen van werkstukken die je raken. Probeer er achter te komen wat je zo raakt, wat je boeit: kleur, vorm, onderwerp, ….
Maak een eenvoudig schetsje in klei hoe je werkstuk er uit komt te zien. Tijdens dat ‘ruimtelijk schetsen’  kun je nog eenvoudig allerlei aanpassingen aanbrengen. Probeer in het klein oplossingen te bedenken voor problemen die je verwacht.
Maak een ‘werkplan’ als dat nodig is. Dat plan bestaat uit een (op dit moment beste) werkvolgorde in het maken van vormen en het aanbrengen van details.
Maak voor een massief kleiwerkstuk alvast de grove vorm in krantenpapier, doe er een plastic zak omheen.

 

tijdens het werken

Het is niet ongewoon dat je al direct vanaf het begin details uitwerkt. Houd jezelf daarin tegen.  Eerst de grote vorm. Ben je tevreden dan kun je de oppervlakken een eerste bewerking geven, bijvoorbeeld alle bobbels wegwerken. Bobbels werk je weg door zachtjes te kloppen met een latje of door het oppervlak glad te strijken met een een mes.
Laat je werkstuk nu aandrogen tot ‘leerhard’. De klei is leerhard wanneer je de klei nog met je nagels gemakkelijk indrukt maar echt niet meer zo gemakkelijk klei verplaatst.
Tot slot bekijk je of je werkstuk klaar is voor verdere bewerking. Bij een groot en zwaar werkstuk zul je de kern moeten verwijderen.

 

op leerharde klei

Je kunt nu enkele afwerkingstechnieken toepassen of combineren. “Übung macht der Meister”
= polijsten met een plat, afgerond steentje
= patronen of texturen aanbrengen
= kleuren met gekleurde kleislib: engobe
= kleuren met metaaloxide, eventueel afwerken met wat talkpoeder

 

drogen van de klei

Klei drogen is niet zo moeilijk, Je haalt het plastic weg en het droogt vanzelf aan de lucht. Voor een keramiekwerkstuk is één of twee weken vaak genoeg. Een boetseerwerkstuk heeft soms een maand nodig. Na het drogen kun je de klei bakken in de kleioven

 

na het bakken

Tot slot werk je het werkstuk verder af met kleur en/of een beschermlaag.
= kleuren met verdunde verf: acrylverf, plakkaatverf of latexverf. Maak je werkstuk van tevoren goed nat anders valt er niets meer te corrigeren. Breng tot slot wat accenten aan met onverdunde verf
= wanneer je werkstuk weer goed opgedroogd is kun je er een laag vernis op aanbrengen, of het werkstuk met boenwas afwerken
= glazuren kan ook, maar is een vak apart waar je een werkstuk mee kunt maken en breken. Het is spectaculair en geeft uitstraling maar je kunt er als amateur weinig in sturen