boetseren

Voor boetseren kun je verschillende grondstoffen gebruiken: klei (zie klei), kunstklei (bijv. fimoklei, das, plasticine), papier-maché, boetseerwas, brooddeeg.
Boetseren is het kneden en opbouwen van een werkstuk van klei tot een vorm. Een boetseerwerkstuk van klei is zwaar. Maar een groot massief is niet gebruikelijk.
In plaats van boetseren gebruikt men ook wel het woord modelleren. Modelleren is wat ruimer. Met modelleren wordt bedoeld dat je (zacht) materiaal toevoegt en dat vastmaakt aan een bestaande vorm uit dat materiaal. Dan valt er ook gips onder, glas, zachte kunststof of zelfs het smeden van koper of staalplaat. 

Voor het boetseren gebruik je, net als bij keramiek, vooral je handen. Maar ook stukken hout, spatels, mirettes. 

 

Bekende verschijningsvormen van dikke gebakken klei zijn: baksteen, kop, figuur, dier, reliëf, stoeptegel. Bekende voorstellingen zijn verbeeldingen van een bestaand persoon (portret), een moment uit een verhaal of gebeurtenis. (afbeelding hiernaast: beeldhouwer Steven Whyte, foto 13-aug-2008)

 

Een belangrijk probleem dat opgelost moet worden heeft te maken met het gevaar van opgesloten luchtbellen in je werkstuk.

  1. tijdens het boetseren
    Door slaan met een stuk hout voorkom je luchtbellen. Door slib te gebruiken bij het aan elkaar maken van kleidelen voorkom je dat je per ongeluk klei insluit. Door na het boetseren met een dun stukje ijzerdraad gaatjes te prikken op onopvallende plekken kan eventuele lucht ontsnappen
  1. Wanneer je klaar bent
    Vóórdat je het werkstuk laat drogen snijd je het werkstuk middendoor. Daarna hol je je werkstuk uit, fatsoeneert de binnenkant een beetje en maak je de delen weer aan elkaar vast. Hiermee voorkom je krimpscheuren, én kernvocht hoeft niet meer door die heel dikke lag klei heen om te verdwijnen. Zie filmpje noorderkunstkring Den Helder. 
  1. Bakken
    En natuurlijk voer je de temperatuur langzaam op tot 650˚C. De hitte moet door het hele werkstuk heen.

 

Een boetseerwerkstuk bestaat net als een keramiekwerkstuk uit verschillende vormonderdelen. Sommigen kiezen voor vloeiende lijnen, anderen voor duidelijke te onderscheiden onderdelen.

Elk boetseerwerkstuk vraagt om aandacht voor de huid. De afwisseling tussen strakke kleihuid en bewerkt oppervlak maakt een beeld interessanter. Je kunt de leerharde klei polijsten, kleurpoeders gebruiken, of talkpoeder. Na het bakken kun je een glazuur aanbrengen, verven, boenwas aanbrengen, vernislaag opbrengen.