klei

Grondstof

Klei vind je op veel plekken in de wereld vinden. Mensen maakten al 30.000 jaar geleden beeldjes van klei en bakten die in het vuur zodat het versteende.
Natte klei kun je lekker kneden.
Gedroogde klei is heel kwetsbaar en wordt weer zacht met water. Wanneer de klei goed droog is kan er gebakken worden. Na het bakken kun je er jaren van genieten. Gebakken aardewerken potten zijn zeer geschikt om er planten in te zetten of er droge stof of vloeistof in te bewaren.
In de nieuwe steentijd (5300-2000 voor onze jaartelling) worden al potten, schalen en beeldjes van klei gemaakt en gebakken. Al heel vroeg versieren mensen hun werkstukjes met streepjes en rondjes in de klei of met gekleurde klei.

Klei is heel gezond voor je huid. Het werken met klei maakt je handen zacht.
De eerste keren kun je wat droge handen krijgen. Wat huid-crème werkt dan prima.

 

opruimen klei

Je werkstuk berg je op in een plastic zak. Je kunt een natte doek om je werkstuk doen, of voorzichtig nat spuiten vóór je je werkstuk opruimt.
Het gevaarlijkste van klei is droge kleistof. Je krijgt er ‘stoflongen’ van. Vermijd losse stukjes klei op de grond (constant opruimen of onder tafel vegen buiten bereik van je voeten), voorzichtig vegen met een zachte bezem, daarna nat afnemen. Liefst altijd veel water gebruiken.
Liefst maak je het gereedschap schoon onder de kraan. De kleideeltjes zorgen op termijn voor een verstopte afvoer. Gebruik een emmer water en maak daar je gereedschap in schoon. Na een dag is het water weer helder omdat alle kleideeltjes naar de bodem zijn gezakt.
In de meeste kleiwerkruimten is een bezinkselafscheider aanwezig. Ook handig voor wie met gips werkt.

 

klei

porseleinen theelichtje, transparant materiaal

Klei is er in verschillende soorten:
= (gewone) witbakkende klei, roodbakkende klei (met 4-7% ijzeroxide), donkerroodbakkende klei (5x tot 3x meer ijzer dan aluminium) en zwartbakkende klei (met mangaan)
= klei mét en zonder chamotte. Chamotte is gemalen gebakken klei, tussen 0,2 en 2 millimeter. Door de chamotte kunnen luchtbelletjes gemakkelijker door de klei naar buiten. Grove chamotte zorgt er ook voor dat de klei beter blijft ‘staan’, je werkstuk zakt niet zo snel in.
= aardewerkklei, steengoedklei, porseleinaarde (zie afbeelding hiernaast: theelichtje). Het verschil is te merken aan de hoogte van de baktemperatuur.

 

Bewaren

Klei blijft soepel tot het water verdwenen is. Een plastic zak om je werkstuk heen en goed afsluiten is dus belangrijk. Doe dat dus zelf en zorg er voor dat je de plastic zak herkent.
Je kunt een nat stukje papier in de plastic zak leggen tegen uitdrogen. Bij een boetseerwerkstuk kun je een natte lap over je werkstuk leggen.
Is je werkstuk wat te hard geworden? Voorzichtig met de plantenspuit nat maken en eventueel herhalen.
Zorg er voor dat de nieuwe klei niet enorm in zachtheid verschilt met je werkstuk.

 

Uitgedroogde klei

Leg de klei in water en na wat kneedwerk kun je de klei weer gebruiken
Tijdens het drogen krimpt de klei een beetje. Dat verschilt per kleisoort.

 

Technieken

Veel techniek is er op gericht om opgesloten luchtbelletjes uit je werkstuk te houden. Chamotteklei helpt bij het gemakkelijker doorlaten van lucht.
Voor het uiterlijk van je werkstuk kun je letten op heldere vormen, en op de huid van je werkstuk.
Klei bewerk je met stukken hout, met je handen, met mirette en spatel. Een glad oppervlak krijg je niet door water te gebruiken maar zachtjes op bobbels te kloppen met een lat.